Tarreerlijn voor Aardappelen

Een door RMA-Techniek ontwikkelde tarreerlijn voor het tarreren en keuren van aardappelen.

Inweegbunker

Via de aanvoerbanden wordt het monster in de inweegbunker gestort. De inweegbunker is voorzien van een weegbak met twee kleppen aan de onderzijde en een scherm.

Nadat het monster gewogen is moet er een keuze gemaakt worden of het monster aan de linker of de rechterzijde gelost wordt. Aan de linkerzijde wordt het monster gelost op een opvoerband en vervolgd deze zijn weg over de automatische tarreerlijn. Aan de rechterzijde wordt het monster gelost in een mand of krat, om dan vervolgens verwerkt te worden in het handmatige keurlokaal.

Grondreiniger

Het monster wordt gelost op de opvoerband vanuit de inweegbunker. De grondreiniger is voorzien van een opvoerband en een rollen bed.

De opvoerband lost het monster op het rollen bed waar de aardappelen door middel van rollen gedraaid worden. Door de draaiende beweging zal de losse grond die nog in het monster aanwezig is tussendoor de rollen op een afvoerband vallen.

Na ‘het draaien’ van de aardappelen wordt door middel van pneumatische cilinders de kop van de opvoerband iets opgetild om ruimte te maken voor het rollen bed. Het rollen bed wordt op zijn beurt door middel van pneumatische cilinders gekanteld om het monster op de stenenscheider te lossen.

Stenenscheider

Het monster wordt in de stenenscheider gelost vanuit de grondreiniger. De stenenscheider is voorzien van een spijlenband en een afvoerband.

De stenenscheider bestaat uit een grote bak met water. Het monster wordt dan ook direct in het water gelost. Door middel van een draaiende schroef wordt er een stroming veroorzaakt in het water. Deze stroming stuwt de aardappelen richting de uitvoerspijlenband. De eventuele stenen die in het monster zitten drijven minder dan de aardappelen en zijn dus minder vatbaar voor de stroming. Deze zakken naar beneden op de afvoerband.

De afvoerband lost de stenen op dezelfde afvoerband als de losse grond. De uitvoerband lost het monster in een wasser.

Wasser

Het monster wordt aan de bovenzijde gelost in de wasser. De wasser is voorzien van een was-schijf. Zodra de aardappelen in de wasser liggen, start de machine en gaat de bodem, die bestaat uit een was-schijf, ronddraaien. De aardappelen zullen rondgeslingerd worden in de trommel en door het langs elkaar schuren en het spoelen met water zal het vuil van de aardappelen verwijderd worden. Na een ingestelde tijd zal de wasser de aardappelen middels een klep uitwerpen op een opvoerband richting de doseerunit.

Doseerunit

Het monster wordt via een opvoerband op de doseerband gelost. De doseerunit is voorzien van een doseerband en een trilgoot.

De doseerband lost de aardappelen gedoseerd op de trilgoot. De trilgoot bestaat uit drie sporen waardoor de aardappelen verenkeld, in 3 sporen, gelost worden op de band van de 3D camera.

3D camera

Het monster wordt via de doseerunit gelost op de band van de 3D camera. De 3D camera is voorzien van een transportband en een 3D camera in een afgesloten kap.

Het monster wordt door middel van de transportband onderdoor de 3D camera getransporteerd. De 3D camera kan de lengte, breedte en hoogte van de aardappelen meten, zonder de transportband stil te zetten. Deze informatie wordt per monster verzameld en online beschikbaar gesteld. Na de 3D camera wordt het monster op een opvoerband gelost.

Rollensorteerder

Het monster wordt via een opvoerband gelost op de rollensorteerder. De rollensorteerder is voorzien van een rollen bed en een weegbak.

De aardappelen gaan vanaf de opvoerband direct door over het rollen bed. Het rollen bed zorgt ervoor dat de aardappelen van 40mm en kleiner tussendoor de rollen naar beneden gedraaid worden en terecht komen in een weegbak. Deze lost, na het wegen van de aardappelen van 40mm en kleiner, op zijn beurt de aardappelen weer op een afvoerband. De aardappelen die groter zijn dan 40mm worden gelost in een weegbak na het rollen bed.

Zoutbad

Het monster wordt via een opvoerband gelost in het zoutbad. Het zoutbad is voorzien van een losse tank, een uitvoerband en een weegbak.

Het zoutbad bestaat uit een kunststof bak vol met zout water. Het monster wordt dan ook direct in het water gelost door de opvoerband. Door middel van het zoutgehalte van het water blijven de aardappelen met een laag droge stofgehalte drijven. Door middel van een lichte stroming worden de drijvers in een opvangbak gedreven.

De andere aardappelen zinken op de uitvoer spijlenband en worden onderweg naar keurtafel 1 afgespoeld met vers water.

Als de gezonken aardappelen afgevoerd zijn wordt de opvangbak met drijvers leeg gekanteld door middel van pneumatische cilinders. Het water wordt tegelijkertijd weggepompt naar de losse tank zodat de drijvers ook op de uitvoerband terecht komen. Door middel van pneumatische cilinders is de trechter na de uitvoerband in een andere positie gezet zodat de drijvers in een weegbak gelost worden. Na het wegen van het monster lost de weegbak op de afvoerband.

De losse tank wordt gebruikt om het water van het zoutbad in op te slaan wanneer het zoutbad leeggepompt wordt. In de losse tank wordt ook het zout toegevoegd om het zoutgehalte op peil te maken/houden. Als het water weer van de tank naar het zoutbad gepompt wordt dan wordt het zoutgehalte gemeten door middel van een zoutmeter.

Keurtafel 1

Het monster wordt vanuit het zoutbad gelost op de keurtafel. De keurtafel is voorzien van een leesband, 2 weegbakken en 2 drukknopkasten om de band en de weegbakken te regelen.

Als de aardappelen op de keurband gelost worden kan de keurmeester de band doordraaien zover deze wil. Hier worden de aardappelen beoordeeld op uitwendige defects. De keurmeester kan de defects uitrapen en in de weegbakken leggen. Zodra de keurmeester de daarvoor bestemde knop indrukt wordt het gewicht opgeslagen en worden de weegbakken door middel van pneumatische cilinders weer leeg gekanteld op de keurband. Het monster wordt gelijk afgevoerd in de schiller.

Schiller

Het monster wordt aan de bovenzijde gelost in de schiller. De schiller is voorzien van een schil-schijf en een anti schuimtank.

Zodra de aardappelen in de schiller liggen, start de machine en gaat de bodem, die bestaat uit een schil-schijf, ronddraaien. De aardappelen zullen rondgeslingerd worden in de trommel en door het schuren langs de schijf en elkaar zal de schil van de aardappel verwijderd worden. Door middel van water zal het vuil en de losse schillen van de aardappelen weggespoeld worden. Na een ingestelde tijd zal de schiller de aardappelen middels een klep uitwerpen op een opvoerband.

Automatische onderwaterweger

Het monster wordt via een opvoerband gelost in de mand van de automatische onderwaterweger. De automatische onderwaterweger bestaat uit een mand voor de aardappelen en een bak met water.

Als de aardappelen in de mand liggen van de onderwaterweger wordt het monster gewogen. Na deze data opgeslagen te hebben zakt de mand door middel van een pneumatische cilinder in het water. Als de mand geheel onder water is wordt er nog een keer gewogen en de data opgeslagen. Met deze data wordt het droge stofgehalte bepaald van het monster. Vervolgens wordt de mand weer naar boven getrokken en door middel van pneumatische cilinders leeg gekanteld op keurtafel 2.

Keurtafel 2

Het monster wordt op de keurband gelost door de automatische onderwaterweger. Keurtafel 2 is voorzien van een leesband, een plateau met 5 bakken en een 15” scherm van Siemens.

Als de aardappelen op de keurband gelost worden kan de keurmeester de band via het Siemens scherm bedienen. Hier kan het monster intern beoordeeld worden op defects door de keurmeester. De defects kunnen in de bakken verzameld worden. De gegevens van de defects worden handmatig via een scherm ingevoerd. Als het monster afgerond is leegt de keurmeester de bakken weer op de keurband. Door middel van een handmatige keuzeklep kan het monster (deels) afgevoerd worden op een afvoerband of in de automatische frituur.

Automatische frituur

Het monster wordt gelost in de trechter van de opvoerband vanaf de keurband of handmatig. De automatische frituur is voorzien van een opvoerband voor de invoer van aardappelen, een frietsnijder, een friteuse, 3 trilgoten, een afzuiging en een 7” scherm voor de besturing.

Als de aardappelen in de trechter gelost zijn worden de aardappelen door middel van de opvoerband per 2 naar boven getransporteerd tot in een trilgoot met 2 sporen. Na de trilgoot komen de aardappelen in de frietsnijder uit waarbij er een friet uit de kern van elke aardappel gesneden wordt. Het snijafval valt naar beneden en wordt direct afgevoerd naar de afvoerband.

De losse frieten komen op een trilgoot terecht met 2 sporen. Hier wordt de friet ook beneveld met water door middel van een nozzle. Aan het eind van de trilgoot worden de frieten opgevangen in een opvangbak.

Als er voldoende frieten opgevangen zijn in de opvangbak dan wordt de bak door middel van een pneumatische cilinder naar boven getild. Door middel van een servo motor en een lineair geleiding wordt de opvangbak tot boven 1 van de 2 frituurmanden gebracht. Als de opvangbak op de juiste positie is worden de frieten gelost.

Als de frieten in de frituurmand liggen zakt de mand door middel van een pneumatische cilinder in het vet. Als de frieten gaar zijn wordt de mand weer tot boven het vet gekanteld om uit te druipen. Wanneer het meeste vet eruit is gelopen wordt de mand verder leeg gekanteld op een doseertriller die de frieten lost op een plateau aan de achterzijde van de automatische frituur.

De automatische tarreerlijn bestaat uit de volgende machines: